Vroeger had ik geen idee dat ik faalangst had. Mijn halve leven ben ik onzeker van mezelf geweest. In gesprek met mensen klapte ik dicht en vervolgens had ik het gevoel dat ik vast heel dom overkwam. Dat vond ik zelf in ieder geval. Ik was niet spontaan zoals anderen en dacht dat ik nooit wat leuks te vertellen had.
Er waren altijd wel mensen die zeiden wat ze op hun hart hadden of grapjes maakten of reageerden op anderen, dat bewonderde ik dan! En dat wilde ik ook. Een vriendje van een vriendin, die mij voor het eerst zag, zei tegen haar dat ik een grijs muisje was dat zenuwachtig om de hoek kwam kijken.
Ik wilde ook spontaan en ad rem zijn
Maar ik was ervan overtuigd dat het anders kon! Ik vond het reuze irritant en vond dat ik toch ook zoals anderen spontaan en ad rem moest kunnen zijn! Want in sommige situaties was ik wel op mijn gemak en zei ik wat ik wilde zeggen, thuis bijvoorbeeld. Waarom dan bij anderen niet?
Het had een naampje
Mijn grootste eye-opener was dat het een naampje had. Onzeker zijn, niet spontaan zijn, dichtklappen: het is gewoon faalangst. Hè, dacht ik, heb ik faalangst? Ik dacht dat faalangst was dat je je toetsen niet goed kon maken, of je schoolwerk niet goed maakte, ook een vorm van dichtklappen, maar dan op cognitief gebied. En dat had ik helemaal niet.
3 Soorten faalangst
Maar er is ook sociale faalangst. Faalangst is de angst om het niet goed (genoeg) te doen en daarin gezien te worden. En die heeft meerdere uitingsvormen. De drie soorten faalangst zijn:
- Sociale faalangst: angst voor sociale afwijzing, afgaan, afkeuring, uitgesloten worden, en alle gevoelens die daarmee te maken hebben.
- Cognitieve faalangst: dichtklappen bij overhoringen, toetsen of examens, of simpelweg al bij samenwerking met schoolgenoten, niet meer durven, erg zenuwachtig zijn, niet meer bij je kennis komen.
- Motorische faalangst: bevriezen bij gym of andere sporten, slecht schrijven, niet goed je muziekinstrument kunnen bespelen bij optredens terwijl je dat normaal prima kan, je spieren werken niet goed mee. Sommige kinderen willen iets pas doen als ze het goed kunnen. Of ze hebben bij tekenen een bepaald beeld van iets wat ze zouden willen uitwerken en verscheuren dan hun tekening omdat hun eigen werk in hun ogen niet goed genoeg is, soms zelfs al na één streepje.
Je voelt je beoordeeld
Als je faalangst hebt, speelt er vaak schaamte. Je hele leven word je beoordeeld op je doen en laten, impliciet en expliciet. Door familie, leerkrachten, vrienden en kennissen. De een kan daar goed mee omgaan en de ander durft er misschien niet meer goed door te handelen. Juist als je gevoelig bent en je anderen graag tegemoet komt, kan je deze angst ontwikkelen. Ergens levert het falen je op dat je daardoor dus trouw bent aan het familie-‘geweten’.
Superego
Afkeurende blikken, oordeel of kritiek ga je namelijk als kind verinnerlijken, je kijkt met de ogen van die ander naar jezelf. Dat heeft dus met de ander te maken, maar vooral met jouw eigen manier van reageren. Het liefst wil je veilig zijn en gekoesterd, en als jij dingen doet waar anderen afkeurend op reageren, kun je je aanpassen en jouw gedrag zelf ook gaan veroordelen. Je schaamt je ervoor en voelt je schuldig. Je ontwikkelt jouw eigen innerlijke ‘veroordelaar’, ook wel aangeduid met superego, een soort waakhond die elke keer zorgt voor een waarschuwing als jij iets zou willen doen wat het veilig in de groep passen in gevaar brengt: pas op, doe niet! En je kunt daar zelfs door blokkeren.
De oorzaken
De oorzaken zijn in essentie gelijk, maar toch is het per persoon verschillend wat de meeste invloed heeft. Bij de een is het meer een diep patroon in de familielijn, bij de ander meer de manier waarop je bent opgevoed. Bij weer een ander is het meer de eigen perfectie die op de voorgrond treedt.
Wat je er zelf aan kunt doen?
Wat kan helpen is letterlijk jezelf toestemming geven om fouten te maken. Zeg (van binnen of hardop) als je een sociale ‘fout’ maakt: “Gelukkig mag ik fouten maken.” En let op: fouten maken is NIET hetzelfde als falen!
Ik zei als juf vaak tegen kinderen die faalangst vertonen: “je hoeft het niet goed te doen, je hoeft het alleen maar te doen. Het hoeft niet goed te zijn. Je mag fouten maken. Dat hoort bij leren. Je mag vandaag 10 fouten maken en als je er 11 of meer maakt, is het nog beter. Want dat betekent dat je aan het leren bent.”
Leren over leren
Leren is eigenlijk aan een stuk door fouten maken, dingen proberen, iets nog niet kunnen. Leren is volop in het leven staan, fouten maken dus ook. Uitzoeken hoe jij leert. Wie weet ben je een ‘er-omheen-denker’, of een beelddenker, en komen er bij een vraag zoveel antwoorden bij je op, of zoveel kanten om naar dat onderwerp te kijken, dat je dat niet allemaal een-twee-drie in één antwoord kunt vangen.
Voor wie?
Je ouders hebben je misschien geleerd dat je je best moet doen. Maar voor wie? Zeg liever: doe het maar… in plaats van doe je best. Het haalt er een hoop druk vanaf.
Faalmoed
Ontwikkel faalmoed. Mooie term hè! Ook al vind je iets eng; doe het toch maar. Neem kleine stapjes en adem door! In het doen ontwikkel je voorzichtig aan ook de moed.
Van externe goedkeuring naar interne goedkeuring gaan
Vind IK het goed wat ik doe? Vind IK het goed genoeg om iets te proberen wat misschien goed, of misschien fout kan aflopen? Neem dat als maatstaf en dan is het minder belangrijk wat anderen ervan denken. En neem diep van binnen ook het schuldgevoel aan dat je voelt als je het anders doet dan je dierbaren van je zouden verlangen.
Mijn eigenwaarde
Voor mij is het gelukt om ermee te leren omgaan. Ik vond het ontzettend fijn om er veel over te leren en er stappen in te zetten. Nu is het zo enorm veranderd! Ik zit veel lekkerder in mijn vel, praat makkelijker met mensen, zeg het meestal als ik wat te zeggen heb. En het belangrijkste is dat ik mijzelf veel zekerder voel en mijn eigen waarheid, mijn eigenwaarde heb gevonden.
Beter hanteerbaar
Nog steeds heb ik soms last van faalangst, of het is de verder ontwikkelde vorm succesangst geworden. Maar het is zoveel beter hanteerbaar. En over succesangst schrijf ik een andere keer.
Zoek er hulp bij
Vaak kom je er in je eentje niet uit, of je wilt er sneller stappen in zetten. Er zijn coaches bij wie je kunt leren met je cognitieve of motorische faalangst om te gaan. En ik ben gespecialiseerd in het helpen bij sociale faalangst.