Als kind werd ik al gevoelig genoemd. Dat werd dan soms op zo’n manier gezegd dat me dat het gevoel gaf dat iemand die gevoelig is speciaal is, een beter mens. Hij of zij zal immers niet snel een ander kwetsen, wetende dat dat pijnlijk kan zijn. En met de gevoelige mens werd dan wat voorzichtiger omgesprongen. In de loop van de jaren kwam ik erachter dat het maar gewoon iets is waar je mee behept bent, het IS gewoon, je zit ermee, jij bent gewoon zo. Het heeft voor- en nadelen. Je bent niet speciaal daardoor, of beter dan een ander.
Als kind voelde ik dus al veel, maar heb ik vooral geleerd te denken. Thuis kregen wij deze boodschappen mee: je hersens leren gebruiken, dat was beter dan voelen. Daar kwam je ergens mee. Handelen vanuit je gevoelens was gevaarlijk en eng, daar konden oorlogen uit voortkomen. Emoties en gevoelens, die moest je niet vertrouwen. Dat was een deel van de tijdgeest en ook een deel persoonlijke ervaring en wijsheid van onze ouders.
Ook nu op school krijg je nog steeds vooral de boodschap om problemen met je hersens op te lossen. Dus toen ik als leerkracht vastliep, voelde ik mij vooral machteloos in het niet kunnen bedenken van oplossingen, ik was alleen maar ongelukkig en zoekende. Want oplossingen die ik wel bedacht, hielpen mij niet.
Uit de stof van Carl Jung
Een eye-opener was de stof van Carl Jung op dit punt. Jung beschreef in het boek ‘De Psychologie van C.G. Jung’ (geschreven door Jolande Jacobi) de psychische hoofd-bewustzijnsfuncties als volgt:
In een cirkel staan bovenin denken, onderin voelen, links gewaarwording en rechts intuïtie. In elk mens zijn deze functies alle vier in aanleg aanwezig. Ieder heeft een functie die hij gebruikt om de wereld om zich heen of wat er van binnenuit aan informatie naar hem toekomt, te ordenen. Als je denkt en voelt waardeer je met waarde-bepalingen. Als je denkt, beoordeel je iets tot waar of vals, goed of fout. En als je voelt, oordeel je dat iets fijn is, lust of onlust geeft. Volgens Jung staan deze twee functies voor mensen ieder aan de andere kant van het spectrum. Ze kunnen niet tegelijkertijd plaatsvinden. Je kunt wel switchen van de ene naar de andere manier.
Wat is jouw favoriete functie?
Gewaarwording is het beschouwen van de buitenwereld zoals deze is, uitgaande van wat je echt waarneemt met je zintuigen. Intuïtie is meer het waarnemen van wat er uit onbewuste kanalen tot je komt. En die staan ook weer haaks op elkaar. En als je favoriete functie voelen is, als je daar veel aanleg toe hebt, zijn gewaarwording en intuïtie het dichtstbij, die benut je ook nog wel, maar tot denken heb je dan minder toegang. En andersom, als jouw favoriete functie denken is, kun je minder goed bij het voelen.
Fysieke pijn
Gevoeligheid kan je soms flink in de weg zitten. Er is de fysieke pijn. Zo vind ik het halen van een prik heel vervelend, want die doet echt flink zeer. En met collega’s van mijn man gingen we een keer paintballen en had ik na twee keer zo’n afgeschoten verfbol op mijn lijf ook alweer gezien. Zo, wat een pijn! Het trok wel weg, maar toch. Het verbaast me dan toch weer dat bijna alle anderen gewoon doorspeelden en daar dus veel minder gevoelig voor leken.
Veilig houden voor mezelf
Een ander belangrijk nadeel is voor mij het me automatisch energetisch afstemmen op de ander. Ik pik van alles op. Om het veilig voor mijzelf te houden heb ik geleerd om met mijn gevoelige antennes vooral rekening te houden met anderen; ik was een ster in aanvoelen en aanpassen. Dit is niet verkeerd, dit zijn bijzonder nuttige overlevingsmechanismen en prachtige vaardigheden, die nu uitstekend van pas komen in mijn beroep als coach en trainer. Het was alleen niet handig zolang ik nog niet had geleerd om ze bewust toe te passen en er grenzen aan te stellen. Ik moest er nog mee leren werken. Waarschijnlijk heb ik als kind in ons gezin rondgevoeld dat het een lieve lust was en omdat ik daar dan met mijn kinderlijkheid wat beperkte onbescheiden en misschien onjuiste conclusies over trok, heb ik ook wel vaak het deksel op mijn neus gekregen. Ik leerde me te gedragen op de manier die de meeste veilige aandacht opleverde.
Voelen en denken
Inmiddels weet ik er zoveel meer over dat ik er volwassener mee om kan gaan. Voelen en denken zijn beide heel nuttige functies. Terwijl ik heel veel over mijn voelen en alle voordelen ervan heb geleerd, en ze kan inzetten, heb ik ook veel ervaren met grenzen aangeven. En ik heb ontdekt dat je vooral kunt kiezen welke gevoelens je wel wil voelen en welke niet. Dat heeft me veel gelukkiger gemaakt!
Wil jij ook beter omgaan met je gevoeligheid? Of er een keertje over sparren? Bel of mail me dan voor een afspraak.